Eindelijk! Zoonlief heeft werk, dochterlief heeft werk. Je hebt ze jarenlang verzorgd en opgevoed, je hebt zwaar geïnvesteerd in hun studies en eindelijk hebben ze een eigen inkomen. Alleen geven ze weinig blijk van nestgedrag. Het is immers zo leuk thuis. Mama kookt, wast en strijkt, papa onderhoudt de tuin, doet herstellingen aan het huis. Zoonlief mist geen enkel festival, dochterlief haar smartphone lijkt vergroeid met haar hand. Wat nu?
Meer en meer werkende jongeren blijven langer bij de ouders wonen. Algauw rijst de vraag: moeten ze niet een beetje bijdragen voor kost en inwoon? En hoeveel kan je als ouder vragen?
Natuurlijk is alles afhankelijk van de opvatting van de ouders, het eigen gezinsinkomen, het inkomen van de jongere, de gemaakte afspraken. Overleg is absoluut noodzakelijk. Haal dit heikel thema uit de taboesfeer. Anders krijg je binnen de kortste keren hoog oplaaiende discussies.
Je kan vooreerst een symbolische bijdrage vragen, om toch ergens een beetje wederzijds begrip en respect te bewerkstelligen, bijv. € 250 per maand. In de praktijk zullen de ouders met dit bedrag niet toekomen, maar ondertussen kunnen de kinderen heel wat sparen met het oog op een eigen stekje.
Wil je toch gaan naar een realistische bijdrage, omdat je gezinsinkomen zelf onder druk staat, kan je rekening houden met:
- De huur van een gemeubelde kamer.
- De nutsvoorzieningen.
- De ‘hotelzorg’.
Voor het bepalen van de concrete bijdrage voor kost en inwoon is het fair rekening te houden met de eigen inbreng van de werkende jongere. Indien hij/zij bijvoorbeeld zelf instaat voor het onderhoud van zijn/haar kamer, allerlei klusjes opknapt in en rond het huis, zelf zijn/haar boodschappen betaalt, al eens kookt, wast of strijkt, kan je daar rekening mee houden.
Een klein overzicht van de geschatte kosten:
- Huur van een gemeubelde kamer: water, elektriciteit en verwarming inbegrepen. Een bedrag van € 300.
- Hotelfunctie: koken, boodschappen doen, wassen, strijken, schoonmaken. Een bedrag van € 10/uur, 5 uur per week. Dit komt op een bijdrage van om en bij de € 200 per maand.
- Voeding: gesteld dat de jongere dagelijks thuis eet. Een forfait van pakweg € 7 per dag. Dit komt op een maandelijkse bijdrage van € 210.
Maak de som en je komt op € 710 per maand voor kost en inwoon. Dit is een richtprijs. Overleg met je zoon of dochter en hou rekening met het loon dat zij verdienen en wat ze kunnen sparen. Je wil ze immers toch een goede start geven.